PODCAST: Is waterstof de toekomst?
Zonder waterstof zullen de klimaatdoelen niet gehaald worden, klinkt het in de politiek. Maar wat is het precies en wanneer gebruiken we het?
Van Den Haag tot Brussel, elke beleidsmaker lijkt met waterstof aan de slag te willen. Er liggen stapels plannen om Nederland te transformeren in een CO2-neutrale 'waterstofeconomie'. Met fabrieken die de stof produceren of bewerken op zee en in de Rotterdamse haven. Met aardgaspijpleidingen om het spul te vervoeren.
Ook de zware industrie steekt een vinger op voor groene waterstof. Dat is waterstof gemaakt van hernieuwbare bronnen, zoals zonne- of windenergie. Dat is niet zonder reden. De industrie (kunstmest, staal, cement, plastics) is verantwoordelijk voor zo'n 40 procent van de broeikasgasuitstoot. Waterstof, gemaakt van zon- of windenergie, kan de industrie een stuk schoner maken.
Dan heeft waterstof nog een functie. Het kan gebruikt worden als brandstof, bijvoorbeeld voor de nu nog olie stokende zware scheepvaart.
Voordat Nederland in een 'waterstofeconomie' belandt, staan we eerst in het lab van de Universiteit Leiden. Daar onderzoekt elektrochemicus Marc Koper hoe het maken van waterstof beter kan. Alle kansen die waterstof lijkt te bieden, kunnen pas benut worden als er goedlopende en betaalbare fabrieken gebouwd zijn.
Hoe we daar komen, en hoe een waterstoftoekomst eruit ziet, leggen Koper en energie-redacteur bij Trouw Frank Straver uit in deze nieuwe aflevering van de Klimaatkwestie.